Een gezonde Korthaar is noodzakelijk voor een lang leven!
Wij fokken volgens de strenge richtlijnen van de Nederlandse Vereniging de Duitste Staande Korthaar. Let hier goed op indien u een selectie maakt voor een kennel.
De betekent dat onze honden worden getest op:
Heupdysplasie, ook wel kortweg HD genoemd. Dit is een afwijking aan het heupgewricht. HD is erfelijk en wordt via het DNA doorgegeven. Andere factoren die hierbij een rol spelen zijn overgewicht, als pup/jonge hond te veel en te wild spelen en veel traplopen. Testen wordt gedaan door middel van een röntgenfoto van de heupen.
Junctionele Epidermolysis Bullosa. JEB is een erfelijke huidziekte en is een genetische ziekte. De verschijnselen openbaren zich ongeveer rond de vier weken en kenmerkt zich door de vorming van zweren op de binnenkant van de oren, in de mond en op het tandvlees. Ook verwondingen of vorming van zweren op de poten en om de voetzolen en het uiteindelijk uitvallen van de nagels zijn voorkomende verschijnselen. De verwondingen zijn zeer pijnlijk en verhinderen de pups zich normaal te bewegen. Er is helaas geen behandelingsmethode en de zieke pups zullen sterven of worden uiteindelijk geëuthanaseerd. Dragers kunnen zonder DNA test onopgemerkt blijven en onwetend voor de fok worden ingezet. Zo heeft het defecte gen zich ongemerkt door de Duitse Staande Korthaar populatie kunnen verspreiden.
Testen gaat via een bloedtest.
Ziekte Von Willebrand type 2. Dit is een erfelijke bloedstollingsziekte. Door het tekort aan het stollingseiwit Von Willebrand factor (vWF), stolt het bloed moeilijker en als gevolgd daarvan zullen bloedingen langer aanhouden. Normaal gesproken zorgt de stolling voor korstjes op een wond. Dit korstje is gestold bloed. Bij een hond met de ziekte Von Willebrand stolt het bloed onvoldoende. De mate van ernst van deze ziekte kan variëren van nauwelijks merkbaar tot een ernstige bloeding met dodelijke afloop. Testen gebeurt via een bloedtest.
DNA test. Sinds juni 2014 geldt er in Nederland een verplichte DNA-afstammingscontrole bij dekkingen van rashonden. Hiermee kan worden vastgesteld of de ouderdieren ook daadwerkelijk de ouders zijn.
Alle testen gelden zowel voor de teef als de reu, tenzij de ouderdieren van de teef en/of reu ziektevrij is.